Brits, Belgisch, Nederlands of
mogelijk zelfs Zweeds. De volgende locomotieven kunnen onder vele kopjes gevat
worden, maar alle vinden hun oorsprong in Groot Brittannië.
John Ramsbottom ontwierp vanaf 1854 dit type goederenlocomotief, waarvan er
uiteindelijk 943 zijn gebouwd. Vaak wordt dit type gezien als de eerste
vorm van standaardisatie en massaproductie van een en het zelfde type stoomlocomotief. Dit type locomotief werd aangeduid als DX.
Oorspronkelijk hadden deze
locomotieven een ketel met een maximale druk van 8 bar.
500 stuks van dit type hebben
uiteindelijk een ketel gekregen met een druk van 10 bar. Deze locomotieven werden vanaf dat moment DX ‘SPECIAL’
genoemd.
Om ervaring op te doen met andere
fabrieken dan Beyer Peacock heeft de Zweedse Staatsspoorwegen in 1862 een
goederenlocomotief besteld bij de Engelse spoorweg London & North Western
Railway. Ze bouwden de meeste van hun locomotieven in eigen beheer in hun
spoorwegwerkplaatsen in Crewe. Bij de SJ kreeg hij het nummer 48 en de naam ‘FINN’.
De locomotief voldeed niet geheel en was in aanschaf ook vrij duur. Het is dan
ook bij een enkel exemplaar gebleven. Hij werd tijdens zijn loopbaan nog wel
voorzien van een andere tender, maar werd al in 1885 gesloopt. Deze nieuwe tender was van het 2 assige type dat Beyer Peacock veelvuldig geleverd heeft.
Een langere
geschiedenis kende de 8 locomotieven die de private spoorwegmaatschappij Société Anonyme du Chemin de Fer International de Malines à Terneuzen,
tweedehands kocht bij de LNWR. Hoewel de locomotieven bij de LNWR al tussen
1902 en 1930 afgevoerd waren, verdween de laatste pas hier pas in 1948, bij de
opheffing van deze maatschappij. Oorspronkelijk
waren zij bij hun indienstelling nog voorzien van de originele LNWR nummer en ‘Black
Berry Blue’ kleurenschema. Later werden de locomotieven, gedurende hun
loopbaan, steeds aangepast aan de eisen
van de tijd. Zo werd het machinistenhuis vergroot, WH-rem aangebracht, een
zanddom geplaatst en de tenders vervangen door vrijgekomen exemplaren van
andere gesloopte locomotieven.
Momenteel ligt de opdracht voor een proef ets bij de etser, waarna we verwachten begin 2020 een protomodel te kunnen laten zien.